Steeds minder Nederlanders kijken naar al die talkshows via de publieke omroep, waar toch vooral mensen aanschuiven die afhankelijk van hun politieke achtergrond, keuze of overtuiging met een bepaalde stelligheid de kijker ongevraagd iets door de strot willen douwen. Of onderling, meestal met een select groepje ‘Randstedelingen’, eindeloos ouwehoeren over onderwerpen die ‘Annie en Kees’ allang niet meer bezighouden.
Dat sommige van die figuren op één avond van talkshow naar talkshow forenzen is volgens mij toch vooral een teken van ‘redactionele armoede’. ‘Van links naar rechts’ zou ik willen zingen, maar anders dan Wilfred Genee kan ik niet zingen of anders gezegd ‘ook niet zingen’ en heb ik dat geaccepteerd.
“Oei, oei. Wij hebben vanavond een sterke tafel!” – een uitspraak van redacties bij ‘de publieke’ – zegt helemaal niets over de kwaliteit van de presentatie-desk of vergader-dish. Redacteuren van het programma hebben het dan over de mensen die aanschuiven. Die pratende Pino, dat piepkuiken, zou die de tafel zwaarder of lichter maken? Tja!
Nou, smaken verschillen zal ik maar zeggen. Als ik ’s nachts – ik kijk meestal ’s na een uur of twee als de rest van het land de ogen al toe heeft – kijk naar BarLaat en ik zie ‘haar’ zitten dan kan die tafel nog ‘zo sterk zijn’ dan pak ik snel de afstandsbediening. Desnoods kijk ik dan maar even naar de herhaling van Studio Voetbal met Pierre van Hooijdonk. Zou die zwaar of licht zijn? Of zegt ik dan iets waar die woke-figuren bij de publieke omroep zich aan storen?