Jérôme de Jong van Lier, een advocaat uit Enschede, kreeg in 2022 een voorwaardelijke schorsing van twee weken opgelegd. Dit gebeurde nadat hij het Openbaar Ministerie (OM) in harde bewoordingen had bekritiseerd, onder meer door het een “criminele organisatie” te noemen.
WAARSCHUWING: in dit bericht is gebruik gemaakt van kunstmatige intelligentie (AI)
Zijn uitlatingen en acties, zoals een beslaglegging op een schilderij bij de rechtbank, waren onderdeel van geschillen met het OM. De tuchtrechter oordeelde dat zijn gedrag schadelijk was voor de waardigheid van de advocatuur, ook al claimde hij dat zijn uitingen privé waren.
Advocaat Jérôme de Jong van Lier had als privépersoon in twee zaken met het Openbaar Ministerie te maken. In de eerste zaak kreeg hij een boete opgelegd (137 euro) omdat voor zijn auto, die hij uit Duitsland had geïmporteerd, geen geldig keuringsbewijs zou zijn afgegeven. De kantonrechter oordeelde dat het beroep dat de advocaat tegen het OM instelde gegrond is. De officier van justitie werd veroordeeld tot vergoeding van proceskosten (de rechtshulp aan de advocaat): 744 euro. Dat bedrag wilde de advocaat op zijn rekening ontvangen, het OM wilde het bedrag alleen storten op de rekening van de gemachtigde, maar heeft die bankgegevens niet.
In de andere zaak kreeg de advocaat in 2020 een boete (95 euro) omdat hij tijdens het rijden een mobiele telefoon in de hand had. Hij betaalde niet, er komt een dwangbevel (400 euro). Voor de rechtbank vertelt hij over ‘de innige band tussen zittende magistratuur en staande magistratuur’. “Ik heb het OM leren kennen als een in zichzelf gekeerde organisatie, die eigenlijk nog slechts nastreeft het eigen gelijk te halen en daartoe geen enkel middel onbenut laat. In een dikke twintig jaar advocatuur heb ik zelf nog bijna nooit meegemaakt dat politie of OM afspraken nakwamen. Hun organisaties zijn door en door verrot; ze hebben geen idee van de reden dat ze bestaan.”