
Duitsland heeft het. België kent het. De Raad van Europa bepleit het. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens beschermt het. Maar in Nederland willen journalisten er vooralsnog niet van weten: een recht van antwoord. Jan van Vegchel pleit voor deze snelle, effectieve en simpele manier van recht doen.
Mr. Jan van Vegchel is juridisch adviseur, docent en voormalig journalist. Dit artikel is gebaseerd op zijn masterscriptie (Universiteit van Amsterdam): ‘De revival van het recht van antwoord in het digitale tijdperk; invulling van de leemte tussen rechtspraak en Nederlandse media-zelfÂregulering? (2018)’
Een recht van antwoord biedt burgers de mogelijkheid om te reageren op feitelijke berichtgeving waarin zij worden genoemd of geïdentificeerd. Deze reactie, gepubliceerd in hetzelfde medium, moet in hun eigen woorden kunnen plaatsvinden, zonder onnodige vertraging en zonder kosten. Toch lijken Nederlandse journalisten hier weinig voor te voelen, wat jammer is. Juist in dit digitale tijdperk biedt het recht van antwoord een eenvoudige en effectieve manier om foutieve berichtgeving te corrigeren. Bovendien is het een krachtig middel om het vertrouwen in de media te herstellen en geeft het de professionele journalistiek de kans zich te onderscheiden in het rumoer van sociale media.
Voor wie onjuist of onvolledig wordt weergegeven in de pers, zijn er momenteel vier opties: contact opnemen met de redacteur, een klacht indienen bij de Ombudsman, een zaak starten bij de Raad voor de Journalistiek, of naar de rechter stappen. Hoewel redacteuren vaak claimen open te staan voor kritiek, tonen onderzoeken aan dat dit zelden leidt tot een correctie die de klager tevredenstelt. De journalist blijft vaak vasthouden aan het eigen gelijk, een houding die ik, eerlijk gezegd, in mijn eigen journalistieke carrière ook heb ervaren.
De alternatieven – Ombudsman, Raad of rechter – zijn tijdrovend, ingewikkeld en vragen om geduld. Deze instituten hebben immers waarheidsvinding als kern, waardoor de foutieve berichtgeving gedurende het proces blijft staan. Daarnaast bieden uitspraken van de Raad voor de Journalistiek geen afdwingbare resultaten, en is de klager afhankelijk van anderen die over de inhoud van een correctie beslissen.
Gevolg: de gekrenkte burger zoekt zijn toevlucht tot sociale media, waar hij zijn frustraties uit. Dit versterkt het beeld dat de media “toch alleen maar schrijven wat ze zelf willen”. Ondertussen daalt het vertrouwen in de pers. Volgens het CBS behoort de journalistiek inmiddels tot de minst vertrouwde instituties, achter zelfs de politiek, de Europese Unie en banken.
Recht van antwoord in België en Duitsland
België en Duitsland kennen, naast de traditionele correctiemechanismen, een recht van antwoord. Hoewel dit systeem ook beperkingen kent, biedt het burgers een waardevol alternatief om onjuistheden in de media te corrigeren. Pogingen om dit recht in Nederland in te voeren zijn tot nu toe gestrand, omdat media vrezen dat het hun autonomie aantast of onnodig veel tijd en ruimte kost. In het digitale tijdperk zijn deze bezwaren echter achterhaald. Het internet maakt het eenvoudig om ruimte te bieden aan wederhoor, wat zowel burgers als de journalistiek ten goede komt.
Pleidooi voor een digitaal recht van antwoord
Ik pleit daarom voor een recht van digitaal antwoord. Iedereen die in een publicatie, ook online, bij naam wordt genoemd of herleidbaar is, moet het recht hebben om het medium te verzoeken – of te verplichten – een link toe te voegen naar een platform waarop hij of zij de eigen kant van het verhaal vertelt. Media zouden dit idealiter als service kunnen aanbieden, maar bij onwillige redacties zou wettelijke afdwingbaarheid noodzakelijk zijn.
Dit systeem biedt duidelijke voordelen:
- Voor de burger: Een snelle, eenvoudige en goedkope manier om een reactie te geven in eigen woorden, zonder afhankelijkheid van redacties of juridische procedures.
- Voor de journalistiek: Het oorspronkelijke artikel blijft ongewijzigd, journalistieke autonomie wordt niet aangetast, en het plaatsen van een link kost weinig moeite. Mocht de reactie onacceptabel zijn, kan de link eenvoudig worden verwijderd.
Daarnaast versterkt dit recht de journalistieke integriteit. Door wederhoor te bieden, kan de pers haar claim op waarheidsgetrouwe en eerlijke berichtgeving versterken. Het biedt professionele media een uniek voordeel ten opzichte van amateuristische of nepnieuwsbronnen. Ook wordt verslaggeving completer en, mogelijk, beter. Het tonen van kwetsbaarheid en bereidheid tot correctie draagt bij aan het vertrouwen van het publiek.
Kritiek en praktijkervaring
Critici vrezen dat een recht van antwoord ruimte geeft aan querulanten en aandachtzoekers. In de praktijk blijkt dit echter mee te vallen. Het voorbeeld van België en Duitsland laat zien dat het publiek goed in staat is om onderscheid te maken tussen waardevolle bijdragen en ruis. Door alle benodigde informatie te bieden en transparant te blijven, kan de journalistiek het vertrouwen van haar publiek versterken.
Kortom, geef burgers het recht van digitaal antwoord. Het is een rechtvaardige, praktische en effectieve manier om fouten te corrigeren en de band tussen media en publiek te versterken. Wat houdt de Nederlandse journalistiek nog tegen?