Ministers komen en gaan, omdat ze politiek benoemd worden en hun positie vaak afhankelijk is van verkiezingsuitslagen of coalitiewisselingen. Ambtenaren daarentegen vormen de stabiele ruggengraat van een ministerie. Zij blijven doorgaans in dienst, ongeacht wie er politiek aan de macht is. In het debat rond de problemen bij het CBR wordt direct duidelijk dat iedere minister afhankelijk is van de betrouwbaarheid van zijn top-ambtenaren. Directeuren-generaal Mobiliteit, Kees van der Burg en adjunct Marion Smit, sturen de PVV minister Barry Madlener bij het debat over de problemen met wachttijden bij het B rijbewijs bewust met een kluitje in het riet. Zij verzwijgen twee jaar communicatie met consumentenverenging VCBA en voeden de minister met foute data. Voor iedere politicus een doodzonde, maar niet voor de topambtenaren bij DGMO op het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.
Opgevraagde documenten ontkrachten uitspraken minister Madlener over CBR
Documenten die op basis van de Wet Open Overheid (WOO) zijn opgevraagd bij het ministerie van Barry Madlener en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), leveren ondersteunend bewijs dat de verklaring die de PVV’er tijdens een debat in de Tweede Kamer deed, volledig uit de lucht is gegrepen.
Meldingen en klachten over het CBR
Bij het ministerie van Madlener worden al jaren meldingen, klachten en publicaties ontvangen over onrechtmatig handelen door het CBR. Dit zou plaatsvinden met medeweten van de Directeur-Generaal Mobiliteit, Kees van der Burg, en heeft naar verluidt honderdduizenden – met name jonge – mensen ernstig gedupeerd.
Voormalig voorzitter van de vereniging Consumentenbelang Autorijbewijs (VCBA), Peter, verklaart daarover:
“Ik ben zelfs gebeld door Directeur-Generaal Kees van der Burg en heb schriftelijke communicatie met hem gehad. Meerdere keren dreigde hij met juridische procedures. Ook hebben we als vereniging correspondentie gevoerd met zijn adjunct, Marion Smit. Maar op onze brandbrief kregen we nooit een inhoudelijke reactie. Dat zegt genoeg.”
Inschrijving bij de Kamer van Koophandel
Tijdens het debat suggereerde de huidige minister dat het ministerie geen contact heeft met de VCBA omdat de vereniging niet voorkomt in de registers van de Kamer van Koophandel. Volgens het bestuur van de VCBA is daar een eenvoudige verklaring voor: in Nederland kunnen verenigingen bestaan zonder KvK-registratie. Dit is bijvoorbeeld gebruikelijk bij buurtverenigingen.
De keuze om zich niet te registreren bij de KvK is een bewuste maatregel, zegt het driekoppige bestuur. Dit heeft te maken met eerdere juridische acties door het CBR tegen bestuursleden. Peter vertelt dat hij in 2023, nadat hij zes weken meewerkte aan een onderzoek naar examenzwendel bij het CBR in Enschede, onverwacht in een kort geding terechtkwam zonder advocaat:
“Voor ik het wist stond ik tegenover een team advocaten van het CBR. Dat was onhoudbaar.”
Peter’s verhaal is schrijnend. Hij zegt dat tijdens het onderzoek, dat 24 maanden duurde, 2000 examens in Enschede werden gemonitord. Kort daarna legde het CBR beslag op zijn bankrekeningen. “Ik leef al jaren van een minimale Wajong-uitkering. Dat wist het CBR, maar ze pakten toch mijn geld af. Uiteindelijk moest ik mijn functie als voorzitter neerleggen. Ik werd ziek van angst.”
Minister ontkent ontvangst onderzoeksrapport VCBA
Minister Madlener wekte tijdens het Kamerdebat de indruk dat het onderzoeksrapport van de VCBA niet serieus genomen hoeft te worden. Hij stelde dat het ministerie het rapport niet had ontvangen. De huidige voorzitter van de VCBA, Laurens, reageert:
“Wij hebben meer dan €50.000 aan donateursgeld geïnvesteerd in dit onderzoek. Waarom zouden we een rapport sturen naar de Directeur-Generaal Mobiliteit als zij al in september 2023 niet inhoudelijk reageerden op een brandbrief en bestuursleden bedreigden met rechtszaken? Wij doen dit voor de jonge consumenten. We zijn ervan overtuigd dat de problemen bij het CBR, net als bij Schiphol, uiteindelijk tot grote publieke en politieke onvrede zullen leiden.”
Kosten rijbewijs: minister misleid door eigen topambtenaren en CBR
De minister verdedigde tijdens het debat de stelling dat de gemiddelde kosten van een rijopleiding €3.150 bedragen, zoals berekend door het CBR. Volgens de VCBA is dit een achterhaalde en onrealistische schatting. Het bestuur toont een screenshot waaruit blijkt dat het CBR al meer dan een jaar geleden een gemiddelde prijs van €3.400 noemde. Inmiddels zijn de kosten verder gestegen, mede door lange wachttijden bij het CBR, die vaak leiden tot extra rijlessen.
“De echte kosten voor een rijbewijs liggen nu al boven de €4.000,” stelt het bestuur. “Veel leerlingen moeten door de wachttijden extra lessen nemen, wat hen gemiddeld €500 extra kost. De minister wordt hier duidelijk misleid door zijn eigen ambtenaren.”